top of page
  • meetyourmeatnl

''Driekwart van de misstanden in slachthuizen kan door personeel zelf opgelost worden''

Bijgewerkt op: 8 jan. 2019


Een varken ziet een afschuwelijke dood tegemoet wanneer het levend in een bad met kokend heet water wordt ondergedompeld. Een kalfje wordt levend gevild en schapen worden aan hun vacht opgetild. In de afgelopen jaren zijn er veel heftige misstanden aan het licht gekomen in verschillende Nederlandse slachthuizen. In de eerste helft van 2017 ging het bij tien procent van de totale slacht mis. Een relatief klein percentage, maar hoe kan het dat deze tien procent niet volledig kan worden voorkomen? 


Om dit uit te zoeken, focussen we ons op een van de betrokken partijen bij het slachtproces: de slachthuismedewerkers. Zij staan er met hun neus bij. Volgens de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn de slachthuizen de eerst verantwoordelijken. Waar gaat het dan mis? Zijn er tekortkomingen in de opleiding van het personeel of ligt het aan het type mens dat wordt aangenomen voor deze banen? Volgens voedselveiligheidsdeskundige IJsbrand Velzeboer begint het allemaal bij het management.


''Een goede manager heeft geen vertrouwenspersoon nodig, maar hij ziet zelf dat iemand niet lekker in zijn vel zit''

IJsbrand: ‘’Ik denk dat driekwart van de misstanden in slachthuizen door het personeel zelf opgeknapt kan worden. Wanneer er bij bedrijven een open cultuur heerst, ligt de drempel lager om dingen die niet door de beugel kunnen te rapporteren. Bij Vion (red. een van de grootste Nederlandse bedrijven dat slacht en vlees verwerkt) gebeurt dit bijvoorbeeld al. Daar hebben ze een vertrouwenspersoon ingesteld waar medewerkers bij terecht kunnen. Maar het begint allemaal bij het management. Zij moeten doorspelen aan het personeel dat misstanden gevolgen hebben. Een goede manager heeft geen vertrouwenspersoon nodig, maar hij ziet zelf dat iemand niet lekker in zijn vel zit. Daar is nu nog te weinig aandacht voor.’’


De strenge baas of de softie

Het kan op verschillende manieren misgaan bij het management. ‘’Stel, je bent als manager erg streng en je speelt ‘de baas’ over je medewerkers, dan stomp je mensen af. Dat is heel kostbaar en komt best vaak voor. Anderzijds heb je ook managers die weinig gezag houden over hun medewerkers. Zij zijn niet duidelijk over hoe de medewerkers met de dieren om moeten gaan. Dan krijg je situaties, waarin de medewerker zal reageren met: ‘Maar, er werd mij toch nooit wat gevraagd?’’’


Wist je dat het gemiddeld vier minuten kan duren om één varken te slachten? Onze redacteur Nienke is bij een slachthuis langs geweest. Lees hier hoe een varken geslacht wordt

Opleidingen zijn overal anders

Hoewel het management dus een grote rol speelt in het probleem, valt er ook nog het een en ander te zeggen over de opleiding die slachthuismedewerkers krijgen. Zo is het wettelijk bepaald dat een nieuwe medewerker minimaal een halve dag theorieles moet krijgen en een halve dag les moet krijgen in de praktijk. Alle opleidingen daar buiten worden geregeld per slachthuis en zijn dus overal compleet verschillend.


IJsbrand: ‘’Opleidingen kosten slachthuizen veel geld. Het kan al gauw oplopen tot een paar duizend euro voor een opleiding van een paar dagen. Ook is de personeelsnood in slachthuizen momenteel erg hoog. Als je als manager staat te gillen om medewerkers, neem je liever een hoop Polen aan via een uitzendbureau dat het werk ook echt wilt doen. Zij zijn dan vaak wat minder hoogopgeleid, maar dat neemt de manager dan maar voor lief.’’


Van vakopleiding naar interne opleiding

‘’Daarnaast leren slachthuismedewerkers vaak maar één ‘kunstje’. Zij verrichten één taak en dan gaat het vlees door naar de volgende collega. Ze werken razendsnel. Vroeger bestond er nog een slagersvakopleiding waarbij men het hele slachtproces leerde. Dat is vandaag de dag volledig achterhaald en mensen worden vaker intern opgeleid. Bovendien leven de meeste voedingsmiddelenfabrikanten volgens een regel: je moet veilig voedsel produceren. Hoe ze dat doen, mogen ze helemaal zelf weten. Dat uit zich ook in de opleiding die ze het personeel geven en dat verschilt enorm per bedrijf.’’


De slachters zijn niet de enige medewerkers die in slachthuizen rondlopen. De NVWA houdt het toezicht in de slachthuizen. In de 23 grootste slachthuizen hebben zij permanent toezichthoudende dierenartsen neergezet. In de andere 150 kleinere slachthuizen is geen permanent toezicht, maar wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. De opleiding van de toezichthoudende dierenartsen die hier rondlopen wordt geheel door de NVWA geregeld.


Wil je meer weten over deze dierenartsen, hoe de NVWA hen opleidt en de eisen waar zij aan moeten voldoen? Klik dan hier om er meer over te lezen!

68 weergaven0 opmerkingen
bottom of page