top of page
  • meetyourmeatnl

De laatste vier minuten

Bijgewerkt op: 17 jan. 2019


Dit artikel reconstrueert het verhaal van de slacht van één varken in een slachthuis. Redacteur Nienke heeft dit artikel geschreven op basis van interviews en research en niet op basis van aanwezigheid bij de slacht. Voor de privacy van de werknemers zijn de namen gefingeerd.


Woensdag 12 december, 06.48 - Terwijl de lucht nog donker is, waaien er kleine rookwolkjes over het bedrijventerrein. Het terrein is verlaten en duister, op een paar brandende lampen na. Op de achtergrond klinkt wat gestommel van hekken en het geloei van een Lakenvelder. Sander blaast zijn laatste wolk hoestend uit en trapt zijn opgebrande peuk plat op de grond. Hij ontgrendelt zijn telefoon en een helder licht schijnt op zijn doorgroefde gezicht. Met dichtgeknepen ogen leest hij de witte letters. Woensdag 12 december, 06.49 verschijnt op het scherm. Op dat moment zwaait de voordeur met een grote zwaai open en zijn collega staat in de deuropening. Een warme, aangename lucht van koffie komt hem tegemoet. ‘’Het is tijd, Sander,’’ roept zijn collega hem toe.


Eenmaal binnen schiet Sander zijn werkkleding aan: een donkergroene broek en een gloednieuwe kiel, ruikend naar wasmiddel. Hij draait te piepende kraan open en wast zijn handen onder het steenkoude water. Vervolgens wurmt hij met moeite een paar handschoentjes om zijn handen. Zijn donkere plukken haar worden verborgen onder een blauw mutsje. Hij checkt nog één keer zijn telefoon, voordat hij hem terug in zijn spijkerbroek stopt. Woensdag 12 december, 06.57.


Sander loopt de ruimte in en blaast in zijn handen. Hij grijpt een stalen tang van de muur, klaar voor het startschot. Hij hoort het geschuif van hekken achter de blauwe deur vandaan komen. Sander kent dat geluid maar al te goed en weet dat hij paraat moet staan. De deur zwaait open. Sander rilt door de ijzige ochtendkou die door de deur naar binnenkomt. Voor hem staat de stalmeester. Voor haar uit loopt een nieuwsgierig varken. Het varken knort vrolijk en wild en drukt haar neus tegen Sanders scheenbeen aan. Over de rug van het varken loopt een felroze streep. Een markeerteken dat is aangebracht door de boer. Uit haar oor steekt een geel oormerk. Met haar spitse, modderige pootjes trippelt ze wild door de ruimte heen. Een paar seconden lang kijkt Sander hoe het varken probeert de veters van zijn schoen op te eten. De onrust is in haar ogen te zien.


Hij grijpt haar vast en verdooft het beest met één enkele stroomstoot op het hoofd en één op de borst. Het gekalmeerde varken zakt door haar poten en nu moet Sander snel handelen. Dezelfde stalmeester haast zich naar het varken en takelt haar op aan haar achterpoten. Sander staat oog in oog met het kalme dier. Met de glimmende punt van een flijm scherp mes steekt Sander het varken in haar halsslagader. Hij doet een sprong naar achteren. Al het bloed stroomt uit het geluidloze varken, het bloedputje in.


07.00 - Wanneer Bart zijn muts strakker om zijn hoofd trekt, geeft Herman hem een harde stoot tegen zijn schouder. Bart spant zijn beenspieren net op tijd aan, om niet een gênant hupje opzij te moeten doen. ‘’Moi, Herman,’’ roept hij terwijl hij friemelt aan zijn muts. Als Herman de laatste apparatuur klaarlegt, kijkt Bart hoe Sander de grote stalen tang aansluit op stroom. Hij staart in de verte naar de voorbereidende Bart, als Herman een arm om zijn schouder heen slaat en hem door elkaar schudt. ‘’Ben je er weer klaar voor jongen? De eerste kan ieder moment komen.’’


De deur zwaait open en Bart kijkt hoe Sander met enige moeite het varken tussen zijn benen krijgt. Binnen enkele seconden hangt het varken ondersteboven naast Bart. Samen met Herman takelen ze het kadaver langzaam de stomend hete broeibak in. Binnen in de bak draait een schraapmachine rond, wat alle haren van het kadaver zal schrapen. Na een enkele minuten takelen ze het onthaarde beest behendig op het metalen rooster naast de broeibak. Na al die jaren hebben de mannen handigheidjes gevonden om het werk zo snel mogelijk uit te voeren. Zonder moeite snijden ze de laatst overgebleven haren van het lichaam. Zodra het kadaver, verbloedt en onthaard, op de volgende baan ondersteboven hangt, bewerken Bart en Herman al het derde varken.


07.01 - Klaas staat nog als enige in een lege, galmende zaal. De schraapmachine uit het doodmaakhok dreunt via de andere ruimte de zaal binnen. Klaas droogt nog zijn handen aan het papierenhanddoekje, als hij ziet dat de baan begint te bewegen. Klaas is een oude rot in het vak, dus voor hem betekent dat maar één ding: klaarstaan met die messen. Achter hem stromen zijn collega’s de ruimte binnen maar dat heeft hij niet meer door. Zijn ogen staan gebrand op het roze dier dat aan de baan hangt en langzaam zijn kant op beweegt. De felroze streep is inmiddels vervaagt.


Als een sushi chef gaat hij in de weer met zijn mes. In één slag valt de varkenskop eraf en staat er een grote verticale streep in de buik van het dier. Binnen een aantal seconden vallen alle organen en het darmpakket uit het varken. Zonder op of om te kijken, worden de organen en het darmpakket gescheiden door Klaas. Dit gaat direct naar de keurmeester, zodat diegene kan beoordelen of het varken toegestaan is voor consumptie. In de verte komen nog twee varkens aan, terwijl Klaas de bloedspetters van zijn handen wast.


07.02 – Wanneer Pieter plaatsneemt op zijn welvertrouwde plekje, probeert hij Klaas nog te roepen over al het gedreun en getik van de machines en de bewegende baan heen. Zijn collega’s maken nog grapjes dat Klaas te oud wordt om hen te horen, maar Pieter is al volledig gefocust op zijn apparaat. De zaag staat glimmend en klaargemaakt voor zijn eerste klus van de dag, te wachten tot Pieter hem aanzet. Op de achtergrond hoort hij het gekling van Klaas’ messen. Zodra hij opkijkt van zijn machine, ziet hij het lege varken aankomen. Hij tilt het zware, ijzeren gevaarte omhoog en snijdt zonder moeite het karkas doormidden. Eigenlijk wil Pieter zijn neus snuiten, maar tijd daarvoor heeft hij niet. Er wachten alweer drie nieuwe varkens op hem. Hij haalt zijn neus op als het gesnerp van de zaag het volgende varken in tweeën splijt.


07.03 – Jaap en Gerard zijn nog druk in gesprek, als Pieter hen roept: ‘’Jongens, de eerste komt er aan hoor!’’ Nog steeds in gesprek, maar inmiddels klaar om te beginnen, wachten ze het eerste varken af. Het gesprek pauzeert en zonder nadenken snijdt Jaap al het overtollig vet en onnodige onderdelen van het roze dier af. Hij weet precies waar hij moet zoeken en zet met veel precisie en handigheid zijn mes op de goede plekken. Hij schuift het dier door naar Gerard en begint aan de volgende. Gerard weegt het varken aan de hangweegschaal. ’94 kilo’, leest het kleine schermpje. Hij noteert het gewicht en de keurmeester stempelt het varken. Zijn gesprek met Jaap wordt pas in de pauze weer vervolgd.


07.04 – Hij komt net uit de koelcel lopen als hij ziet dat de keurmeester het eerste varken aan het bestempelen is. Zodra de keurmeester het varken heeft bestempeld, komt Kees bij hem aan om het dier over te nemen. Verbloed, onthaard, onthoofd, geleegd, gesneden, gestempeld en gewogen komt het varken aan op zijn eindbestemming voor die dag: de koelcel. Als het vlees genoeg gekoeld is mag het versneden worden voor vlees voor consumptie. Maar dit gebeurt pas een dag later. Kees geeft haar nog één laatste klopje op haar rug en vervolgt zijn weg terug naar de weegschaal, mompelend: ‘’Nog 24 varkens, 45 runderen, zeven lammeren, één ezel en drie lama’s te gaan.’’


Wil je meer weten over de opleiding van slachthuispersoneel en toezichthouders, de misstanden in slachthuizen en het managementprobleem? Klik dan hier om alle artikelen over slachthuizen te lezen!

31 weergaven0 opmerkingen
bottom of page