top of page
DSC_0019.JPG

‘Dan maar insecten kweken’

De besmettelijke Afrikaanse varkenspest (AVP) is in september in België geconstateerd bij een aantal wilde zwijnen. In landen als Duitsland en Denemarken zijn ze doodsbang voor de ziekte en ook in Nederland worden maatregelen genomen. Toch rukt de ziekte steeds verder op vanuit de Oostbloklanden richting het westen van Europa.

Als de ziekte in Nederland gevonden wordt op een varkenshouderij, worden er bedrijven geruimd en stopt het vervoer van varkens voor 72 uur. De geruimde varkenshouderijen moeten voor onbepaalde tijd dicht en hebben geen inkomsten. De ziekte is dus niet zonder gevolgen. Steeds meer varkenshouders zijn geïnteresseerd in een verzekering voor de schade die ze door een dierziekte ervaren. Die is er echter niet.

Door: Sanne Poppe

Om acht uur ‘s ochtends staat de 24-jarige Sjoerd Pipers al in een stal vol varkens om zijn eerste ronde te doen. Het is tijd om de dragende zeugen (zwangere varkens) te voeren. De geur van ammoniak dringt zijn neus binnen, de warmte van de stal drapeert zich als een deken om hem heen. Na het voeren is het tijd om een aantal zeugen te insemineren.

 

De zeugen die klaar zijn om bevrucht te worden staan in aparte ruimte en worden allemaal apart gescheiden door metalen hekken. Sjoerd loopt in zijn blauwe overall naar een ruimte achterin de stal. Als hij weer tevoorschijn komt hobbelt er een beer (mannelijk varken) met hem mee naar de zeugen.

 

Gelijk ontstaat er drukte en beweging in de ruimte. De vrouwtjes voelen de aanwezigheid van een mannetje en zodra de beer langs hen loopt, verstarren ze. De normaal zo drukke zeugen lijken opeens op standbeelden. “Dit is een sta-reflex. Daardoor weten we dat de zeugen klaar zijn om bevrucht te worden”, zegt Sjoerd.

​

DSC_0011.JPG

Sjoerd Pipers

Het bedrijf van varkensboer Sjoerd

​

De varkenshouderij van Sjoerd en zijn vader is net buiten Enschede te vinden; de boerderij ligt tussen de bomen. “We hebben 270 zeugen die bedoeld zijn om biggen te baren. Per jaar leveren wij 5000 biggen en 2400 vleesvarkens. Die vleesvarkens zijn bestemd voor consumptie.” Als kind was hij al bezig met het werk in de stal en na zijn opleiding Dier en Veehouderij neemt hij het bedrijf van zijn vader over. Nu hij bezig is met de opleiding ziet hij de overname van de varkenshouderij echt als een uitdaging. “Je werkt eigenlijk met een stuk natuur, dat is lastig. En het is niet alleen het verzorgen van dieren; het ondernemerschap is ook iets waar je gevoel voor moet hebben. Niet iedere ondernemer is een boer, maar ook niet iedere boer is een ondernemer.”

 

Na het insemineren trekt hij zijn overal weer uit en loopt hij terug naar het huis: tijd voor pauze. Sjoerd stapt het huis binnen, pakt een kop koffie en gaat aan de keukentafel zitten. Vlak daarna komen er nog drie mannen binnen: Sjoerds vader en twee van zijn ooms. Ook zij pakken een kop koffie en ploffen op een stoel aan de keukentafel. Deze keuken is voor de werkende mannen, een andere keuken zit in een ander gedeelte van het huis. “M’n moeder wil die varkenslucht niet in huis hebben”, zegt Sjoerd lachend. Het is niet zo sterk als in de stal, maar de ammoniakgeur is nog steeds te ruiken.

Klik op de knop om verder te gaan met het verhaal en meer te lezen: 'Van het oosten naar het westen'

bottom of page